Ga naar inhoud

Nieuws

15 augustus 2025

In Soest komt de warmte uit de vijver

  • bouw, realisatie
  • exploitatie, beheer
  • Ontwikkeling

Het eerste mini-warmtenet van Nederland dat is opgezet door bewoners zelf: dat is te vinden in de wijk Overhees in Soest. Enkele woningen zijn inmiddels aangesloten op een lokaal warmtenet dat wordt gevoed door aquathermie uit een nabijgelegen vijver. En daarbij blijft het niet, zegt Jessica Doorn, vicevoorzitter van de energiecoöperatie Soester Energie.

 

De plaatsing van een warmtewisselaar in de vijver achter een woning aan de Turfstreek in Soest, in april, trok aandacht van de vakpers. Dat had niet zozeer te maken met de techniek of de omvang van dit project. De warmtewisselaar verwarmt om te beginnen slechts drie huizen. 

Het zit ‘m er vooral in dat het initiatief door inwoners van Soest zelf is genomen, en dat het veelbelovend is. Hier gingen de bewoners hier gewoon zelf aan de gang. Drie jaar geleden werd de Soester Energiecoöperatie gestart. Die begon met de verduurzaming van een populaire kinderboerderij. Maar van het een kwam het ander.

Zoals dit opvallende pionierproject rond aquathermie. En uiteindelijk is het de bedoeling dat een groot deel van de wijk Overhees op dit warmtenet wordt aangesloten, zegt Jessica Doorn. Ze is inwoner van Soest, vicevoorzitter van de energiecoöperatie Soester Energie én werkzaam als projectleider klimaat-duurzame warmte bij de Natuur en milieufederatie Utrecht. “Inmiddels zijn we al bezig met een tweede mini-warmtenet. Daarbij krijgen rijwoningen een nieuw type warmtepomp met een hogere temperatuur.” Het eerste mini-warmtenet werkt op zeer lage temperatuur. De warmtewisselaar betrekt het water uit de vijver, tussen 10 en 15 graden Celsius; in de drie woningen wordt het met een water-water-warmtepomp opgewarmd naar maximaal 60 graden.

 

Bewoners doorslaggevend
Tot zover de techniek. Voor Jessica Doorn is dat namelijk niet het belangrijkste. “Bij warmtenetten gaat het al gauw over techniek. En over geld. Maar zowel de technische als de financiële problemen zijn uiteindelijk altijd oplosbaar. Belangrijker vind ik de bewoners. Die worden nogal eens vergeten en juist zij zijn doorslaggevend voor het welslagen van de warmtetransitie.” Vanaf het begin heeft Soester Energie er daarom alles aan gedaan om bewoners letterlijk warm te krijgen voor dit initiatief. 

Dat is gelukt. Al verwachtte Doorn op een bewonersavond in Soest, eind mei, wel de eerste kritische geluiden te horen. “Die krijg je namelijk altijd.” Maar die geluiden kwamen er niet. “Er is juist veel enthousiasme. Natuurlijk zijn er ook mensen die het allemaal nog moeten aanzien, maar de sfeer is positief. We hebben kennelijk een goed verhaal.” Dat verhaal gaat nog verder: Soester Energie werkt nu aan het voorlopig ontwerp voor een veel groter warmtenet voor Soest, met hulp van Extraqt in Leusden, dat gespecialiseerd is in aquathermie. 

Volgend jaar gaat die opschaling beginnen. Vanaf 2027 zouden zo’n 300 tot 400 woningen per jaar aangesloten moeten worden, en in 2029-2030 kunnen dan in principe 1100 woningen profiteren van het (duurzame) warmtenet: ongeveer de helft van alle woningen in de wijk. Opvallend is dat bewoners te kennen geven dat zij teleurgesteld zijn dat het allemaal best lang duurt.

 

Warmtegemeenschappen
Soester Energie organiseert de vergunningen en alle juridische zaken in nauwe samenwerking met de gemeente Soest. Jessica Doorn speelt daarbij een belangrijke rol samen met enthousiaste vrijwilligers uit de wijk. Ze merkt op dat het initiatief naadloos past bij de nieuwe Wet collectieve warmte, die in de zomer door de Tweede Kamer is aangenomen. Sterker nog: “Warmtegemeenschappen zoals die in Soest worden nadrukkelijk genoemd in een belangrijk amendement bij de wet.” Waarmee niet is gezegd dat alle discussie nu tot het verleden behoort. “Maar we hebben een goede relatie met de gemeente Soest. Ook dat is belangrijk als je als bewonersinitiatief iets van de grond wilt krijgen.”

Het (tot nu toe) succesvolle verhaal uit Soest is een schoolvoorbeeld van wat in de literatuur over bewonersinitiatieven met ‘kartrekkers’ wordt aangeduid. Het tijdschrift Binnenlands Bestuur besteedde er onlangs aandacht aan. Nu lokale gemeenschappen in toenemende mate worden betrokken bij de energietransitie, en zelfs noodzakelijk zijn voor het succes, blijken lokale kartrekkers een sleutelrol te spelen. Het zijn vaak gedreven vrijwilligers. Ze kunnen de energietransitie in buurten versnellen door barrières voor huiseigenaren te verlagen, mensen te motiveren om duurzame maatregelen te nemen en het goede voorbeeld te geven. In Soest zijn dat mensen als Elsie Hijstek, Fried Broekhof, Tim van de Kruijs en Jessica Doorn. 

 

Andere bewonersinitiatieven
Ook andere bewonersinitiatieven laten dat zien. Warmtenetwerk besteedde al eerder aandacht aan de energiecoöperatie Oog voor Warmte in Utrecht, die aquathermie uit het Amsterdam-Rijnkanaal wil inzetten voor de wijk Oog in Al. Doorn noemt verder Buurtwarmte Houten, waar een groep bewoners – zowel huiseigenaren als huurders – sinds begin 2024 samen de mogelijkheden van een lokaal warmtenet onderzoekt, en de energiecoöperatie Huibertstroom in Everdingen, die plannen heeft om het dorp van aquathermie uit de rivier de Lek te voorzien. De Provincie Utrecht heeft voor dit soort initiatieven subsidies beschikbaar. Natuur en milieufederatie Utrecht helpt bewoners om zo’n subsidie te verkrijgen. Daarnaast loopt dit jaar het project Warm door Water, waarbij in zes provincies mini-warmtenetten met aquathermie worden ontwikkeld. 

Niet elk bewonersinitiatief zal een doorslaand succes worden. Maar de energie die het bewoners letterlijk en figuurlijk oplevert, is bemoedigend. Doorn: ‘In Soest dachten we dat het bij een klein plukje huizen zou blijven. Uiteindelijk kunnen we meer dan duizend woningen van duurzame warmte voorzien.’ 

 

Meer informatie: 

 

 

Auteur: Edwin Lucas

Deel: