Het Kennisevent Woningcorporaties en Warmtetransitie van Stichting Warmtenetwerk op 22 september leverde waardevolle inzichten op. Woningcorporaties zijn een belangrijke speler als het gaat om het realiseren van warmtenetaansluitingen. Maar zij hebben daarvoor in de meeste gevallen 70% draagvlak van de huurders voor nodig. Dat is lastig te realiseren, maar kan met de juiste aanpak wel lukken, laten de voorbeelden zien. Daarbij zijn transparantie en maatwerk essentieel.
Het Kennisevent Woningcorporaties wordt geopend door Keesjan Meijering (Stichting Warmtenetwerk). Hij is blij dat er zoveel woningcorporaties zijn gekomen. “Ik heb wel eens een warmtebedrijf horen zeggen: ‘Als er geen woningcorporatie aan tafel zit, dan kom ik niet eens.’ Dat geeft wel aan hoe belangrijk woningcorporaties zijn.” Daarna stelt hij de dagvoorzitter voor, Laetitia Ouillet, die voor de gemeente Schiedam bezig is met de warmtetransitie. Ook zij benadrukt het belang van woningcorporaties in de transitie. “Het gaat heel veel over warmtebedrijven, maar we horen te weinig over woningcorporaties.”
Mentimeter
Met een aantal stellingen en de Mentimeter peilt Ouillet vervolgens de betrokkenheid van de woningcorporaties bij warmtenetten. Zo blijkt een grote meerderheid van de deelnemers op dit moment aan de slag te zijn met een warmtenet. Eén deelnemer is niet meer bezig met een warmtenet. Hij zegt daarover: “We hebben heel lang gewacht op de WIS-subsidie, maar hebben nu een stapje terug gedaan en wachten op de nieuwe wetgeving.” Onder de aanwezige woningcorporaties is geen overeenstemming over de vraag of woningcorporaties altijd verplicht zijn om minimaal 70% instemming voor een warmtenet op te halen. Dit heeft er onder meer mee te maken of de aansluiting op een warmtenet gezien wordt als een ingrijpende inpassing of als regulier onderhoud. Vervolgens wordt gevraagd of de woningcorporaties goede voorbeelden kennen waar de 70% instemming van huurders wel gehaald werd. Een deelnemer van woningcorporatie Talis zegt dat ze 70% hebben gehaald door de aanleg van het warmtenet te combineren met groot onderhoud. En woningcorporatie Elkien heeft in Heeg goede ervaringen met een trekkende rol door particuliere woningeigenaren.
Om meer duidelijkheid over te verschaffen over het onderwerp ‘70% instemming’, wordt dit vraagstuk gezamenlijk opgepakt door enkele leden uit verschillende Programmaraden van Stichting Warmtenetwerk en wordt dit uitgewerkt tot een praktische handreiking/beslisboom. Stichting warmtenetwerk streeft ernaar om de handreiking dit jaar te publiceren, dus houd onze website en nieuwsbrieven in de gaten.
Spanningsveld wetgeving
Dan is het tijd voor de eerste presentatie van de middag. Eelkje van de Kuilen (AKD) en Daylam Dag (Aedes) schetsen de positie van woningcorporaties in de warmtetransitie. Van de Kuilen wijst op het spanningsveld tussen verschillende wetten zoals de Warmtewet, de Woningwet en de Wet collectieve warmte (Wcw), waarbij ministeries nog te vaak langs elkaar heen praten. Als voorbeeld noemt ze het Acantus-arrest, waarin de Hoge Raad oordeelde dat WKO-kosten niet meer als servicekosten kunnen worden doorberekend, maar onderdeel moeten zijn van de huurprijs. “De overheid moet dit oplossen, want hier wringt het huurrecht met de Warmtewet”, zegt Van de Kuilen.
70% struikelblok
Van de Kuilen noemt het vereiste van 70% instemming van huurders bij renovatie of verduurzaming een struikelblok. “Je wilt draagvlak, maar die 70% zodat er van een redelijk voorstel wordt gesproken, wordt vaak niet gehaald. Het sentiment bij huurders is vaak negatief, zeker als prijzen onduidelijk of hoog lijken.” Er is een wetsvoorstel in voorbereiding om dit proces bij verduurzamingsprocessen te versoepelen , zegt ze.
Ook betaalbaarheid komt nadrukkelijk naar voren in de presentatie. Corporaties mogen huurders niet opzadelen met hogere lasten, maar lopen vast op regels over wat zij wel en niet mogen vergoeden. Van de Kuilen: “Je mag niet zomaar een elektrische kookplaat cadeau geven aan de huurders, maar dat mag weer wel als het onderdeel is van het renovatieplan. Dat maakt het best lastig. Iedereen is gebaat bij meer duidelijkheid en een eenduidig systeem.”
Verschillende verwachtingen
Dag legt uit dat woningcorporaties klem zitten tussen de verplichtingen uit de nationale prestatieafspraken en de eisen van huurders en gemeenten. “Woningcorporaties willen tempo maken, maar lopen tegen juridische, financiële en organisatorische belemmeringen aan.” Hij benadrukt dat verschillende gemeenten vaak verschillende verwachtingen hebben, wat samenwerking bemoeilijkt. “Woningcorporaties moeten vaak in meerdere gemeenten tegelijk gesprekken voeren, en overal gelden weer andere uitgangspunten.” Van de Kuilen en Dag benadrukken dat zonder garanties over lange termijn betaalbaarheid, het draagvlak bij huurders lastig is. Dag: “Zonder duidelijkheid over betaalbaarheid heeft de hele transitie geen kans van slagen.”
Vertrouwen gegroeid
Het project in Schiedam Groenoord is een praktijkvoorbeeld van hoe gemeente, woningcorporatie en energiebedrijf samen een wijk aardgasvrij maken. Maurits Harting (gemeente Schiedam) vertelt dat in 2017 gemeente Schiedam, woningcorporatie Woonplus, Eneco en de provincie Zuid-Holland een Green Deal hebben getekend. In 2018 bleek uit onderzoek dat een warmtenet voor Groenoord de beste optie was. De gemeenteraad stemde in 2020 nipt in met de plannen en in 2021 begon de uitvoering. Inmiddels zijn de eerste woningen aangesloten. Harting benadrukt dat het gaat om een complexe wijk met veel hoogbouw en sociale uitdagingen: “Deze wijk staat hoog in de verkeerde lijstjes, met veel armoede en andere sociale problemen. Het vertrouwen in instituties is laag, maar door de persoonlijke aanpak is het vertrouwen gegroeid.”
Samenwerking en subsidies
Annemarie Nolson (woningcorporatie Woonplus) vertelt hoe de samenwerking tussen de drie partijen in Schiedam is vastgelegd. “Eneco legt het net aan, Woonplus maakt de woningen aansluitgereed en de gemeente sluit haar eigen vastgoed aan. Gezamenlijk is afgesproken dat de overstap voor bewoners woonlastenneutraal moet zijn.” Daarom financierden gemeente en corporatie de aansluitbijdrage voor corporatiewoningen en VvE’s, en werden subsidies (SAH, Kansen voor West) zoveel mogelijk benut. Nolson: “We hebben ervoor gezorgd dat het voor bewoners betaalbaar bleef, anders was het hier nooit gelukt.”
Participatie en communicatie
De eerste poging om een flat te laten instemmen met de aansluiting op een warmtenet mislukte. De benodigde 70% instemming werd niet gehaald, vertelt Nolson. “We dachten te beginnen bij een complex met een positieve klankbordgroep, maar dat liep helemaal mis. Dat was wel even schrikken.” Deze ervaring leidde tot een nieuwe aanpak, met maatwerk en een persoonlijke benadering. Zo werd er een modelwoning ingericht, werden er keukentafelgesprekken gevoerd, waren er logeerwoningen tijdens de verbouwing en werd praktische hulp verleend. Nolson: “Zonder maatwerk kom je er niet. Mensen moeten kunnen zien en ervaren wat er verandert.”
Onafhankelijke analyses
Ondertussen is het draagvlak voor het warmtenet in Groenoord flink toegenomen, vertelt Nolson. “Goede voorbeelden in de wijk hebben hierbij geholpen. Tegelijkertijd blijven negatieve berichten in de landelijke media over de betaalbaarheid van warmtenetten voor onrust zorgen.” Daarom worden jaarlijks onafhankelijke analyses gemaakt om bewoners op een transparante manier te laten zien hoe de overstap financieel uitpakt, zegt Harting. “Voor de collectieve aansluitingen lukt het wel om woonlastenneutraal op het warmtenet over te stappen, maar voor individuele aansluitingen is dit lastiger. Daarvoor is nu tijdelijk een korting op het vastrecht geregeld, mede gefinancierd met extra subsidie.”
Woningcorporatie te snel voor gemeente
Gerhard van de Lagemaat (DEVO) vertelt over het project Veenwarmte in Veenendaal, een samenwerking tussen woningcorporatie Veenvesters, DEVO (het publieke warmtebedrijf van de gemeente) en het private Warmtebedrijf Veenendaal. “We hebben een warmtebedrijf opgericht conform de nieuwe Wet collectieve warmte, die er toen dus nog niet was. Hierin heeft DEVO 51% van de aandelen, en het Warmtebedrijf Veenendaal 49%.” DEVO bestaat al sinds 2007 en beheert twee warmtenetten in nieuwbouwwijken. Het project Veenwarmte richt zich juist op bestaande bouw in het centrum. Hierbij worden de woningen van Veenvesters ingezet als startmotor, zegt Van de Lagemaat. “De woningcorporatie was eigenlijk te snel voor de gemeente. Zij wilden graag verduurzamen, maar de gemeente zei: wacht even, we moeten ook de particuliere woningen in de wijk meenemen en een wijkuitvoeringsplan doorlopen.”
Gebruikmaken van regelingen
Een belangrijk punt dat Van de Lagemaat wil maken, is dat betaalbaarheid vooraf geregeld moet worden. Hij adviseert om van alle mogelijke subsidieregelingen gebruik te maken. “Als het warmtenet er eenmaal ligt, kun je geen subsidies meer aanvragen en de betaalbaarheid verbeteren. Lagere tarieven betekent minder inkomsten voor het warmtebedrijf en die onrendabele top wordt verdisconteerd in een hogere Bijdrage AansluitKosten. Daarom moet je aan de voorkant zorgen dat je gebruikmaakt van de investeringssubsidies die er zijn.” Voor dit project zijn de SAH-subsidie voor woningaanpassing en de afkoop van het lagere vastrecht voor de corporatiewoningen en de WIS-subsidie (ca. 6.000 euro per huurwoning, 7.000 euro per particuliere woning) cruciaal. In de zaal vraagt iemand of het project ook zonder subsidies zou zijn doorgegaan. Van de Lagemaat antwoordt: “Nee, gewoon nee.”
Lager dan ACM-tarief
In de afspraken met woningcorporatie Veenvesters is vastgelegd dat de tarieven lager liggen dan het ACM-maximum, zegt Van de Lagemaat. “We zitten met onze vastrechtkosten behoorlijk lager dan wat de ACM heeft voorgesteld. Bovendien betaalt de woningcorporatie een deel van het vastrecht. Huurders betalen uiteindelijk 353 euro per jaar vastrecht. Dat zijn kosten die ze normaal ook kwijt zouden zijn aan de netbeheerder en gasleverancier.”
Hij benadrukt dat Veenwarmte stap voor stap te werk gaat. “We doen het complex voor complex. De eerste fase is gelukt, daar beginnen we volgende maand met de aanleg.” In de eerste fase van het project worden alleen woningen van Veenvesters aangesloten, maar in de volgende fase zitten particuliere woningen en VvE’s. “Dat is de moeilijkste doelgroep. Het plan is leuk, maar het is ontzettend moeilijk om particulieren mee te krijgen.”
Paneldiscussie
Tijdens de afsluitende paneldiscussie komen de sprekers allemaal terug op het podium en gaan ze onder leiding van Laetitia Ouillet met elkaar in discussie. Ouillet vraagt zich af hoe het zit met betaalbaarheid voor verschillende doelgroepen. “Hoe zit het nu met het aanbod voor de particulier, want je mag niet discrimineren en de huurder minder laten betalen dan de particulier?” Keesjan Meijering zegt hierover: “Je mag inderdaad niet nivelleren als warmtebedrijf, de tarieven moeten non-discriminatoir zijn. Je mag dus niet persoon A 1 euro in rekening brengen en persoon B 2 euro.” Maar volgens Van de Lagemaat zijn verschillen in tarieven onvermijdelijk in verschillende projecten. “De mensen even verderop in de nieuwbouwwijk betalen wel het maximale tarief van de ACM. Als wij alle tarieven in de gemeente willen gelijkstellen aan het laagste tarief, moeten wij een miljoen euro per jaar bijleggen. Wie gaat die rekening betalen?”
Kopzorg woningcorporaties
Aan Dag vraagt Ouillet vervolgens wat de grootste kopzorg is van de woningcorporaties op dit moment. “Een van de grootste problemen is dat de SAH-regeling voor dit jaar alweer uitgeput is. Dat betekent dat er gewoon geen geld beschikbaar is voor dit soort projecten, dan gaan ze gewoon niet door. Daarom werken we er bij Aedes nu hard aan om op korte termijn opnieuw budget vrij te krijgen en ook voor volgend jaar.” Voor de lange termijn gaan zijn zorgen meer over de socialisering van de kosten van warmtenetten. “Daar moet echt fundamenteel iets gebeuren, zodat de kosten over meer mensen verspreid worden.”
Stoppen aardgaslevering
70% instemming lijkt voor woningcorporaties soms een lastig te passeren drempel. “Is daar nog iets aan te doen?”, vraagt Ouillet. Volgens de aanwezige woningcorporaties is dat lastig, omdat je als verhuurder ook graag wilt dat je huurders akkoord zijn met de maatregelen. Van de Kuilen benadrukt dat het anders wordt als de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) wordt aangenomen. “Dan kan de gemeente opleggen waar de levering van aardgas moet stoppen. Maar nu die mogelijkheid er nog niet is, kun je als woningcorporatie eigenlijk geen kant op. Je moet van het gas af, maar je kan niet. Daar moet nog wel iets gebeuren.”
Meer informatie:
-
Aedes heeft een platform warmtenetten, exclusief voor woningcorporaties, meld je hier aan.